Op deze pagina’s is een aantal sfeertekeningen uit de geschiedenis van IFC opgenomen, die een mooi beeld vormen van de historie van een dorp en een club.
Op deze pagina’s is een aantal sfeertekeningen uit de geschiedenis van IFC opgenomen, die een mooi beeld vormen van de historie van een dorp en een club.
IDO’S FOOTBALL CLUB werd op 20 oktober 1927 opgericht. Een gezellig samenzijn in café De Vlashandel aan het Havenhoofd, had tot resultaat dat voldoende liefhebbers een echte voetbalclub wilden, die aangesloten was bij de Dordtsche Voetbalbond. Men trapte al een aardig eindje weg op de weilanden rondom Den Dam, waar het niet zelden gebeurde dat men in overijverig enthousiasme in een sloot terechtkwam. Het eerste veld vond men op Den Dommes, een terrein waar nu de brug over De Noord ligt.
Op Den Dam is het allemaal begonnen. Daar in dat kleine café aan de haven. De Vlashandel, de zaak bestaat nog alleen de naam is veranderd en een groepje enthousiaste voetbalfanaten heeft het op hun geweten. Het moest nou maar eens goed op poten worden gezet. Er waren al te veel “kluppies” die nooit verder kwamen dan “straat tegen straat”voetbal!
H.I.V.V., S.D.W., O.V.V., ze hadden allemaal dezelfde achtergrond. Jongens uit de buurt, jongens van de fabriek. Overdag hard werken bij Jonker & Stans op de werf of slopen bij Rijsdijk of Stolk en ‘s avonds als enig vertier de zangclub, de Vlashandel en voetbal.
Ze waren oud genoeg om het zelf allemaal te rooien. Waar er eerder altijd een geschikte vader werd gezocht, zouden ze het nu zelf wel even regelen! Ach, weilanden om te voetballen waren er genoeg rondom Den Dam, dus dat was het probleem niet en voetbal was “booming”, zou men nu zeggen. Dus zoveel mogelijk kluppies op één hoop en I.F.C. was geboren.
We schrijven 20 oktober 1927. Nog net geen dertiger-jarencrisis, maar het woord rijkdom stond niet in het “pofboekje”van vrouw de Jong, die het kruidenierswinkeltje op de hoek van de Veersedijk dreef, dat was duidelijk. Haar zoon Cor heeft trouwens nog jarenlang het doel van IFC-1 verdedigd. Een “goeie”moet dat zijn geweest.
Het was een intiem en dorps stukje Ambacht daar bij de Dam. Het domein ook van sluismeester Jan Molendijk, die het oude sluisje persoonlijk opendraaide om de beurtschepen van schipper Van den Herik te schutten.
Even verder op de Havenkade had je de slachterij van slager en veehandelaar De Groot (ook ras IFC-ers) en kolenboer Wildschut. Een decor uit een boek, met als hoofdrolspelers de leden van de club die IFC als levensdoel hadden gekozen. De hechte gemeenschap van arbeidersfamilies rond de Dam, Haven, Dorpsstraat, Onderdijk, Oostendam…..
Het stukje Ambacht dat links en dus vol rood gekleurd was, maar dat elke Koninginnedag te baat nam om toch maar een mooiere erepoort te bouwen dan het jaar ervoor. Toen een eenzame automobilist het in z’n onbezonnen hoofd haalde de ereboog te rammen had hij ‘mazzel’dat hij met de auto was anders hadden ze hem gelyncht. Nee, het was een aparte buurt waar IFC is opgericht, met aan het hoofd voorzitter P. Plaisier, die ooit over een minister zei:”Als je een auto wilt besturen moet je een rijbewijs hebben, maar zelfs dat hebben jullie niet eens nodig. Jullie krijgen een auto met chauffeur”.
Verder Hannes Schrueders van de Veersedijk, de broers Cor en Jan de Jong en Teunis Klootwijk. Maar ook de IFC-families Den Braven, Van Kooten en de Boer uit de Brandewijnsteeg. Het straatje dat vanaf de dijk een stukje landinwaarts liep en waarvan toen en nu nog niemand weet wat de echte straatnaam is. Het ‘hinkepinke’Teunis Striegel, oliebaron Arie van Rhoon, bakker Alting, kapper Breur, Kees van Driel, allemaal jongens van de buurt die voor IFC door het vuur gingen.
Met zo’n achterban moest IFC wel slagen, al kwam dit wel met de nodige problemen tot stand. Het eerste officiële terrein van IFC werd het legendarische veld op Den Dommes. Een stuk weiland dat met een beetje goede wil de afmetingen van een voetbalveld had en dat toevalligerwijs eigendom was van G. Stolk, de uitbater van café de Vlashandel. Uiteraard zag deze kastelein ‘brood’in de verhuur van dit braakliggend veld, waar alleen wat varkens op werden gehouden, aan zijn beste tapklanten en zo had IFC binnen de kortste keren een pracht van een terrein.
.